Zo maak je een materialenpaspoort voor infra en GWW

Materialeninventarisatie voor infra-werken

De eerste stap op weg naar een materialenpaspoort is de materialeninventarisatie. Bij gebouwen kan je die informatie regelmatig rechtstreeks uit een BIM-model halen. Bij infra-werken is dat niet het geval, maar een bestek is vaak ook een goede basis voor een materialeninventarisatie. Deze materialeninventarisatie maak je bij infra-werken in Excel, waarna je de rest van het stappenplan kunt doorlopen: (2) weergave in platform en verrijking, (3) circulariteitsscore berekenen, (4) circulariteit verbeteren en (5) extra informatie toevoegen aan het materialenpaspoort.

Verschillende soorten materialenpaspoorten voor infrawerken

Er zijn verschillende soorten materialenpaspoorten. Welk type materialenpaspoort je kiest voor jouw infraproject, hangt vooral samen met de fase waarin het materialenpaspoort wordt opgesteld, het schaalniveau en de mate van detaillering en het type platform dat je gebruikt. Bij infra- en GWW-werken wordt vaak gebruikgemaakt van de volgende platforms:

• PIM (Pavement Information Modeling)
• Madaster
• Excel

Materialenpaspoort voor infra maken met PIM

De software PIM (Pavement Information Modeling) wordt gebruikt om het productie- en realisatieproces van asfalt te borgen. In PIM wordt informatie opgeslagen over de soort en kwaliteit van het mengsel, de leverancier en de opbouw van de constructie. Door PIM te combineren met andere informatie, kun je een materialenpaspoort voor asfaltwegen maken.

Materialenpaspoort voor infra maken met Madaster

Het Madasterplatform is ontwikkeld voor nieuwbouw (B&U). Madaster hanteert de layers van Stewart Brand (1994) om gebouwen onder te verdelen in ‘lagen’ met vergelijkbare levensduren. Dit worden shearing layers of ‘bouwwerklagen’ genoemd. Later heeft Robert Schmidt III twee extra lagen toegevoegd: social en surroundings. Deze indeling is voor een gebouw logisch, maar sluit minder goed aan bij een infra-werk. CB’23 heeft in de leidraad ‘Meten van Circulariteit versie 2.0’ een tabel opgenomen om infra-werken in de Layers van Brand onder te verdelen, zie tabel 1. Op die manier kun je toch de Layers van Brand gebruiken voor een infra-werk in Madaster.

Daarnaast lanceerde Madaster onlangs de infra-module voor het Madasterplatform. Als je nu bijvoorbeeld een weg of viaduct in Madaster zet, is deze ook herkenbaar als weg, viaduct of ander infra-werk.

Circulariteit verbeteren bij infra-werken

Afhankelijk van het soort aanbesteding heb je bij een infra-werk meer of minder ontwerpvrijheden. Als er meer ontwerpvrijheid is, werkt het goed om in verschillende iteratierondes te werken en het materialenpaspoort per ronde te verfijnen. Op deze manier kun je de rondes goed laten aansluiten op de verschillende ontwerpen die tijdens de aanbesteding worden gemaakt: schetsontwerp (SO), voorontwerp (VO) en definitief ontwerp (DO). In elke ronde kun je het materialenpaspoort als tool gebruiken om te bepalen hoe je ontwerp meer circulair kunt maken én hoe je daardoor de circulariteitsscore kunt verbeteren. Kun je bijvoorbeeld meer gerecyclede materialen toepassen? Of je werk (deels) losmaakbaar uitvoeren? Misschien kunnen er zelfs biobased materialen toegepast worden! Al deze aspecten hebben invloed op de circulariteit van het werk én op je circulariteitsscore in het materialenpaspoort.

Meer lezen over materialenpaspoorten

Dit blog is het vierde blog uit de serie over materialenpaspoorten. In de eerste blog lees je de veelgestelde vragen over een materialenpaspoort. In het tweede blog lees je hoe je een materialenpaspoort maakt. In het derde blog lees je over verschillende typen materiaalpaspoorten. Aveco de Bondt helpt bedrijven en overheden met het opstellen van materialenpaspoorten voor gebouwen, GWW-werken en gebieden. Wil je ook een materialenpaspoort laten maken? Of heb je vragen over het materialenpaspoort? Neem dan contact met ons op. We vertellen je graag welke informatie je nodig hebt en hoe we te werk gaan bij het maken van een materialenpaspoort.

1 Platform CB’23 wil bouw-breed partijen met circulaire ambities met elkaar verbinden, zowel in de GWW-sector als in de woning- en utiliteitsbouw. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsector-brede afspraken op te stellen over circulair bouwen.